Citeren als:
Jan Mertens & An De Schrijver (2022). No nettles required! Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl.
Vaak wordt gezegd dat je brandnetels moet toelaten in een biodiverse tuin. Op die manier laat je enkele kieskeurige monofage vlindersoorten als Atalanta, Dagpauwoog en Kleine vos toe om hun eitjes te leggen. Ook Distelvlinder, Gehakkelde aurelia en Landkaartjes en heel wat nachtvlinders leggen hun eitjes af brandnetel. Reden dus genoeg om voor brandnetels te gaan in een biodiverse tuin? Dat blijkt geen vereiste te zijn.
Wat zijn monofage vlinders?Vele dagvlindersoorten hebben monofage of oligofage rupsen. Dit betekent dat ze gespecialiseerd zijn in respectievelijk maar één soort plant of één soort familie waar de eitjes worden opgelegd. Er zijn daarnaast ook minder kieskeurige dagvlinders, de zogenaamde polyfage soorten die weinig eisen stellen aan de planten waar ze hun eitjes op leggen. Lees er meer over in ons artikel 'kijken door de ogen van dagvlinders - de link vind je onderaan deze pagina
Drie Britse ecologen gingen dieper in op deze materie. Ken Thompson, een plantecoloog, schreef er in 2007 een interessant boekje over met de titel “No nettles required”. Daarin houdt hij een betoog dat je niet per sé je tuin hoeft laten te verwilderen en brandnetels moet koesteren om ook effectief veel biodiversiteit te hebben in je tuin.
Ook Jennifer Owen , een entomologe, heeft in haar tuin in Leicestershire (Engeland) gedurende 30 jaar de insecten in haar tuin geobserveerd en beschreven in haar boeken ‘The Ecology of a garden: the first fifteen years’ en ‘Wildlife of a garden: a thirty year study’. Na dertig jaar kwam ze tot het indrukwekkende aantal van 1.997 verschillende insectensoorten, wat ongeveer een derde is van de soorten die in Engeland voorkomen! Zij concludeert over brandnetels dat ‘haar drie brandnetelbosjes’ nooit gebruikt werden door rupsen van vlinders. Ook al waren de vlindersoorten die netels gebruiken voor ei-afzet in de tuin vaak aanwezig.
In een interessant artikel van Gaston et al (2005 – pdf vind je onderaan dit artikel) vonden we twee verklaringen. De onderzoekers plaatsten grote potten met brandnetels in 61 tuinen in de buurt van Sheffield en concluderen dat:
- er wellicht voldoende brandnetels in de omgeving waren (in 2001 was er zelfs een onderzoek dat aantoonde dat brandnetel de meest voorkomende wilde plant was in Groot-Brittannië);
- de brandnetelbosjes werden waarschijnlijk te klein bevonden door de vlinders.
De moraal van het verhaal is wellicht dat het in landelijke regio’s met veel brandnetels in wegbermen, bosjes en landbouwgebied wellicht niet nodig is om ook in tuinen deze soort te koesteren. Dit geeft ook aan dat rekening houden met de omgeving belangrijk is voor een biodiverse tuin. Zie ook ons artikel “Een biodiverse tuin hoeft geen wildernis te zijn!“.
Brandnetel is nu ook niet meteen de meest aaibare en geliefde plant in tuinen. In een stedelijk milieu met minder ‘ruige hoekjes’ zou het wel van belang kunnen zijn, maar dat kunnen we niet concluderen uit deze onderzoeken.