Citeren als:

Jeroen Heyvaert, An De Schrijver & Jan Mertens (2022). Hoe leg je een bloemrijk graslandje of bloemenweide aan. Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl.

Bloemrijke graslandjes – of in tuinterminologie ‘bloemenweides’ genoemd – zijn hot! Logisch als je foto’s ziet van de kleurrijke bloemenpracht en er bovendien beweerd wordt dat deze heel makkelijk aan te leggen zijn, bijna geen onderhoud vergen en de biodiversiteit helpen te redden! Ze kunnen inderdaad weelderig bloeien en zijn over het algemeen minder arbeidsintensief dan een klassiek gazon, maar er komt meer bij kijken dan gewoon een zakje zaad kopen en dit uitstrooien in je gazon.

De zadensamenstelling, het type bodem, de manier en het moment van inzaaien en het onderhoud spelen allemaal een rol in het slagingspercentage van een bloemenweide en diens waarde voor de biodiversiteit. Er zijn twee belangrijke aandachtspunten: de keuze van het bloemenmengsel, en het beheer van de bloemenweide. In dit artikel leggen we uit hoe je een bloemenweide aanlegt en beheert.  

Een bloemrijk graslandje (in tuinterminologie bloemenweides genoemd) met Margriet, Beemdkroon en Rapunzelklokjes zijn niet alleen een streling voor het oog, ze bieden ook essentieel voedsel voor tal van insecten. Ook kleine bloemenweides kunnen belangrijk zijn! Foto Stephanie Schelfhout

Wat is een bloemrijk graslandje of bloemenweide?

Een bloemrijk graslandje of een bloemenweide is een stukje van een tuin of park dat ingezaaid wordt met een mengsel van verschillende soorten bloemen en/of grassen. Dit geeft een vrolijk en kleurrijk beeld tijdens de bloei en bootst de bloemrijke graslanden van weleer na.

Een bloemenweide verschilt van een bloemenakker doordat deze slechts eenmalig ingezaaid wordt. Bij een bloemenakker daarentegen moet er jaarlijks een grondbewerking uitgevoerd worden en opnieuw ingezaaid worden. Een bloemenweide is dus minder arbeidsintensief en duurzamer dan een bloemenakker, maar een bloemenakker is over het algemeen wel wat bloemrijker.

Helpt een bloemenweide de biodiversiteit?

Bloemrijke graslanden kwamen vroeger massaal voor in onze contreien, waardoor veel diersoorten hier (deels) afhankelijk van zijn geworden. Maar door de verstedelijking en intensivering van de landbouw zijn veel van deze natuurlijke bloemrijke graslanden verdwenen, wat geleid heeft tot een groot verlies aan biodiversiteit. Een bloemenweide helpt de biodiversiteit dus wel degelijk vooruit.

In Vlaanderen bestaat het merendeel van de grasoppervlakte in een tuin uit gazon, wat in vergelijking met een bloemenweide maar weinig waarde heeft voor de biodiversiteit. De bloeiende kruiden en grassen in een bloemenweide leveren nectar en stuifmeel voor insecten als vlinders, zweefvliegen, hommels en bijen en voedsel voor sprinkhanen. Al deze insecten trekken op hun beurt weer insectenetende vogelsoorten aan. Als de juiste plantensoorten aanwezig zijn, leggen sommige vlinder- en sprinkhaansoorten ook hun eitjes op de stengels van deze bloemen, en overnachten sommige bijensoorten in de bloemen. Bloemenweides leveren dus voedsel en broed- en slaapgelegenheid voor heel wat soorten.

Ook de grote verscheidenheid aan zaden in het najaar vormen een uitstekende voedselbron voor tal van insecten, vogels en kleine zoogdieren. Wanneer een bloemenweide niet volledig, maar gefaseerd gemaaid wordt biedt ze ook een overwinteringsplek voor tal van insecten. Maai je alles in één keer, dan is jouw bloemenweide misschien wel eerder een nadeel dan een voordeel voor de biodiversiteit. Ze vormt dan een zogenaamde ecologische val. Het biodiversiteitspotentieel van een bloemenweide hangt dus af van de manier waarop ze beheerd wordt!

Hoe leg je een bloemenweide aan

De graszode verwijderen

  • Inzaaien rechtstreeks op het gras heeft weinig zin aangezien gras heel concurrentiekrachtig is en een zeer dichte ‘mat’ vormt met wortels waar zaden moeilijk doorheen kunnen.
  • Dit gaat over de bovenste 4 à 6 cm. De voorkeur gaat uit om dit te doen met een graszodensnijder. Dit is een machine die haar messen in de grond steekt en zo de grasmat afsnijdt. Je kan zo’n toestel huren bij verschillende verhuurbedrijven. Nadien kan je de grasmatten oprollen en afvoeren. De bovenste laag is vaak de vruchtbaarste, je kan deze rollen met het gras naar beneden op de moestuin leggen om de vruchtbare aarde nuttig te gebruiken of je kan ze composteren of gebruiken om een struweel of speelheuvel ofzo aan te leggen.
  • Je kan er ook voor kiezen om het perceel om te woelen met een frees, maar dit is in mindere mate aan te raden omdat diepe grondbewerkingen de bodemstructuur en het bodemleven niet ten goede komen. Je kan ook oppervlakkig frezen (ca. 5cm diep) en de losgefreesde zode wegharken en afvoeren. Deze grond kan je elders gebruiken bv.  bij het aanleggen van een speelheuvel. Indien je deze machines of het budget om deze te huren ervoor niet voor handen hebt, kan je de grond omploegen met een spade, maar dit is wel arbeidsintensief werk.

(Vals) zaaibed zaaiklaar maken

  • Na het verwijderen van de graszoden voer je een oppervlakkige grondbewerking uit om de bovenste laag aarde (ca. 1cm) los te maken. Dit kan je manueel doen met een hark of machinaal met een rotoreg of tuinfrees (beide toestellen kan je ook huren, maar een hark werkt prima bij kleinere oppervlaktes). Zorg er tijdens deze stap voor dat eventuele onzuiverheden zoals stenen verwijderd worden en dat de grond mooi effen is.
  • Nu laat je de grond 2 à 3 weken rusten. Na 2 à 3 weken hark of schoffel je het gekiemde onkruid onder of verbrand je dit met een onkruidbrander. Herhaal dit een tweetal keer met telkens 2 à 3 weken ertussen, zodat de onkruidzaden die nog in de bodem zitten allemaal gekiemd en weggewerkt zijn vooraleer jij de zaden voor de bloemenweide zaait. Dit noemt men een vals zaaibed. Dit geeft goede resultaten en maakt dat er minder ongewenste soorten in de bloemenweide staan.

Zaad kopen en zaaien

  • Het biodiversiteitspotentieel van de bloemenweide hangt af van het zaadmengsel. Kies voor een zaadmengsel met inheemse soorten en geen carnavalmengsel (zie verder)!
  • Elk mengsel heeft zijn eigen zaaidichtheid, deze ligt meestal tussen de 1 à 2.5gr/m² en staat vermeld op de verpakking. Meet de aan te leggen oppervlakte op en vermenigvuldig dit met de voorgeschreven zaaidichtheid. Probeer dit zo correct mogelijk te doen. Een lagere zaaidichtheid zorgt er voor dat ongewenste soorten kunnen kiemen, een te grote dichtheid zorgt er te veel concurrentie is en dat een aantal soorten het niet zullen halen.
  • Een meerjarig mengsel geeft pas vanaf het 2de jaar bloei. Als je vanaf het eerste jaar bloei wilt, zaai dan tegelijkertijd éénjarigen in. Als vuistregel zaai je 20% extra éénjarigen (=akkerbloemen) in. Je koopt dus een meerjarig mengsel voor heel je oppervlakte en je koopt nog eens extra éénjarigen voor 20% van de oppervlakte die je samen met de meerjarigen over heel de oppervlakte uitzaait.
  • Zorg er bij de aankoop voor dat het zaad aangepast is aan de juiste omstandigheden (bodemtype, vochtigheidsgraad en bezonning).

Zaaien en zaad inharken

  • Je kan overgaan tot zaaien. Indien je met de hand zaait, meng het zaad dan met droog en fijn rijnzand. Dit doe je om mooi egaal te kunnen zaaien en zie je ook waar je reeds gezaaid hebt. Als je dit zonder zand doet, kan het zijn dat je na de helft van de oppervlakte reeds al je zaad opgebruikt hebt, want 1 à 2.5gr/m² is niet veel! Als je met grote oppervlaktes werkt, deel je de oppervlakte best op in kleinere stukjes om dit te vermijden. Als je een oppervlakte van 100m² inzaait, deel je deze het best op in 4 à 5 kleinere stukjes van telkens 20 à 25m². Je kan ook een zaaimachine gebruiken.
  • Na het inzaaien werk je het zaad heel oppervlakkig in. Dit doe je door zachtjes met een hark over het perceel te gaan. Werk je zaad zeker niet te diep in de bodem.

Wanneer zaaien?

Er zijn twee zaaiperiodes: voorkeur gaat naar het najaar (eind augustus – eind november) en het voorjaar (begin maart – begin mei). Sommige zaden hebben namelijk een koudeprik nodig om te kiemen en dan zitten de plantjes reeds klaar voor het volgend jaar. De zomer is ook ideaal om een vals zaaibed aan te leggen. Als je in het najaar wil inzaaien kan je dus reeds in juli beginnen met het aanleggen van een vals zaaibed.

Wanneer bloeit een bloemenweide?

Een bloemenweide bloeit voornamelijk vanaf het midden/einde van de lente tot het einde van de zomer, een beetje afhankelijk uiteraard van de weersomstandigheden. Om de bloeiperiode te verlengen kan je opteren om in de bloemenweide . Dit zorgt ervoor dat jouw bloemenweide langer bloei geeft, nog kleurrijker wordt en ook in het voor- en najaar kan bezocht wordt door insecten die vroeg of laat op het jaar actief zijn en voedsel nodig hebben (vb. De citroenvlinder of de koninginnen van hommels). Deze vroege en late bloeiers zijn erg belangrijk omdat er op die momenten in het jaar weinig voedselbronnen aanwezig zijn.

 

Welk bloemenmengsel?

Tegenwoordig zijn er veel soorten bloemenmengsels op de markt. Je kan er zelfs in de supermarkt kopen, het ene mengsel is nog kleurrijker dan het andere. Maar lang niet al deze mengsels zijn even goed voor de biodiversiteit en bevatten kwalitatief zaad. Voor een bloemenweide kies je best voor een inheems en autochtoon zadenmengsel van een leverancier die hierin gespecialiseerd is. We schreven er een artikeltje over ‘inheems bloemenmengsel of carnavalmengsel voor een bloemrijk grasland of bloemenweide in jouw tuin?’

Hoe beheer je een bloemenweide?

Nooit of te nimmer bemesten!

Hoe armer de grond, hoe meer bloemen je zal hebben. Als je bemest, profiteren vooral grassen en snelgroeiende onkruiden zoals Canadese fijnstraal en dat ten koste van de bloemen. Lees er meer over in ons artikel ‘less is more, biodiversiteit floreert bij minder voedingsstoffen‘.

Een bloemenweide maai je 1 of 2 x per jaar.

  • Je maait wanneer je ziet dat de bloemen zaad gevormd hebben, vaak is dit begin juli en begin oktober. Bij de aankoop van een mengsel staat ook steeds aangegeven wanneer je het beste maait. Maar, dit kan licht afwijken naargelang de weersomstandigheden en de zaaiperiode. Een gouden regel is dus om te kijken wanneer je bloemen in zaad staan en pas nadien te maaien. De maaiperiode vermeld op het mengsel is een goede leidraad.
  • Het eerste jaar na de aanleg maai je enkel in het najaar! Vanaf het tweede jaar kan je een eerste keer maaien begin juli en een 2de keer in oktobe

Welk materiaal om te maaien?

  • Best gebruik je een maaibalk, bosmaaier of zeis. Indien je dit niet voorhanden hebt, kan je maaien met een grasmaaier, maar dan bestaat de kans dat de zaden vernietigd worden en het bemoeilijkt het afvoeren van het maaisel. Werken met een zeis is een leuk en ecologisch alternatief voor gemotoriseerde maaimachines. Vaak kan je in je lokale natuurvereniging een cursus volgen of meehelpen met een beheerdag om de techniek onder de knie te krijgen.
  • Je bloemenweide oogt esthetisch beter (ordelijker) door de randen van de bloemenweide kort te maaien, zoals een gazon, en er een pad doorheen te maaien. Dat geeft een heel mooi en origineel effect!

Maar maai gefaseerd!

Om tal van insecten (bv. vlinders en sprinkhanen) de mogelijkheid te bieden om te overwinteren laat je elk jaar een deel van de bloemenweide staan (ca 20% van de oppervlakte). Elk jaar laat je een ander deel of delen staan. Dit heet gefaseerd maaien. Lees er meer over in ons artikel ‘waarom je best je bloemrijk grasland niet in 1 x maait’. 

Laat het maaisel een paar dagen liggen en voer dan al het hooi af

  • Na het maaien laat je het maaisel een tweetal dagen liggen op het terrein. Dit doe je zodat het zaad eraf kan vallen en klaarligt voor volgend jaar.
  • Na een tweetal dagen moet het maaisel afgevoerd worden zodat je geen voedsel toevoegt aan de bodem. Dit is heel belangrijk voor de soorten in een bloemenweide. Deze hebben namelijk graag een iets minder voedselrijke bodem.
Vorige Volgende