Citeren als:

An De Schrijver, Ellen De Vrieze & Jan Mertens (2022). Dieren in een ecologische val. Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl

Een diervriendelijke tuin waarin sprinkhanen tsjirpen, dagvlinders rondfladderen, mezen rondhangen en ’s avonds een vleermuis boven de vijver muggen vangt is fantastisch. Door een goede keuze aan biotopen en plantensoorten vergroot je de kans dat deze diersoorten spontaan in de tuin komen.

Maar er zijn ook risico’s. Het aantrekken van dieren door het laten groeien van het gras, het aanplanten van nectarrijke planten en het plaatsen van een vogelvoedertafel is erg gemakkelijk en vrij goedkoop. Maar dat betekent niet dat deze soorten er ook echt hun thuis vinden en dat ze er veilig zijn. In sommige gevallen bestaat immers het risico dat dieren in een ecologische val terecht komen. In dit artikel geven we een paar voorbeelden om dit te illustreren.

Wilde bijen in een ecologische val

Stel, je plaatst in je tuin een bijenhotel  waarin bovengronds nestelende solitaire bijen kleine broedkamers kunnen maken voor hun eitjes. Verschillende soorten wilde bijen kiezen dan een ‘gang’ uit die iets breder is dan hun eigen omtrek. Ze leggen er eitjes met pakketjes voedsel voor de larven in individuele cellen die ze vervolgens dichtmetselen met tussenwandjes van leem, zand, gekauwd blad of hars. Ze maken tenslotte hun nestgang dicht met een afsluitende dikkere wand van hetzelfde materiaal als de tussenwandjes. Achter deze zogenaamde sluitprop laten ze een cel leeg om sluipwespen minder kans te geven.

Een bijenhotel biedt nestgelegenheid voor tal van wilde bijen. Ze leggen er eitjes met voedsel voor hun nageslacht. Als het volgende jaar de nieuwe bijtjes uitkomen, moet er voldoende nectar en stuifmeel voor hen zijn. Zoniet zijn ze in een ecologische val gelopen. Foto via Pixabay

Elke solitaire bij maakt zo in haar leven ongeveer twintig cellen aan met telkens een eitje erin waaruit, als alles goed gaat, het jaar nadien een nieuw bijtje tevoorschijn komt. Wanneer bijvoorbeeld 100 solitaire bijen eitjes gelegd hebben in zo’n bijenhotel, betekent dit dat er zo’n 2000 nakomelingen zijn het jaar nadien. En die bijtjes moeten uiteraard ook allemaal eten.

Volwassen bijtjes hoeven niet meer te groeien en hebben tijdens hun korte leven vooral behoefte aan nectar, dus aan nectarplanten die op het juiste moment bloeien. Het juiste moment wil zeggen dat, wanneer de nieuwe bijtjes uit hun nestgang komen, er in de tuin of de omgeving van de tuin de juiste én voldoende bloemen in bloei staan , en dit binnen een straal van 150 tot 600 meter. Dat is hun zogenaamde ‘home range’ rond het bijenhotel.

Hoe verder een solitaire bij moet vliegen op zoek naar voedsel, hoe meer energie ze verbruikt en hoe minder energie er rest om te investeren in het nieuwe nageslacht. Door enkel een bijenhotel te plaatsen, zonder rekening te houden met het voedsel dat de nieuwe generatie bijtjes nodig heeft, creëer je dus een probleem. Ze worden aangetrokken door de nestgelegenheid, maar lopen eigenlijk in een ecologische val. Lees hoe je dit kan vermijden in ons artikel over ‘een tuin voor wilde bijen’ .

Koolmezen in een ecologische val

Een tweede klassiek voorbeeld, dat ook uitgebreid beschreven staat in het boek , is dat van het aantrekken van koolmezen door het plaatsen van een vogelvoedertafel. Elk jaar tijdens de winterperiode worden koolmezen die rond de stad wonen naar de stad ‘gelokt’ doordat het er warmer is, en doordat er op veel plaatsen voedsel wordt aangeboden op vogelvoedertafels. Vaak worden in tuinen ook nestkastjes opgehangen, waar die mezen dan besluiten in te broeden. Ze gaan ervan uit dat de tuin, met zoveel lekker eten in de winter, ook wel geschikt zal zijn voor hun jongen.

Het noodzakelijke voedsel voor hun jongen zijn insecten. En daar wringt het schoentje. Het is niet omdat er in de winter veel eten is in een stadstuin, dat dit ook in het voorjaar het geval is. De jongen van koolmezen eten bladluizen en rupsen, en die zijn vaak maar beperkt te vinden in de stad omdat er weinig insectenvriendelijke plantensoorten staan of omdat tuineigenaars deze “plaagsoorten” bestrijden. Daardoor blijken elk jaar veel jongen van koolmezen te sterven in de stad, of te lijden aan ondervoeding. Het plaatsen van een vogelvoedertafel lokt koolmezen dus in een ecologische val. Lees hoe je dit kan vermijden in ons artikel ‘Een tuin voor vogels’.

Koolmezen, met hun typische zwarte plastron op de borst, worden tijdens wintermaanden aangetrokken door vogelvoeder. Vaak beginnen ze dan in de buurt een nest te bouwen. Als er dan onvoldoende insecten zijn vom hun jongen groot te brengen, kwamen ze terecht in een ecologische val. Foto via Pixabay

Vlinders in een ecologische val

Een derde voorbeeld van een ecologische val is het aantrekken van diverse dag- en nachtvlindersoorten door het aanleggen van een aantrekkelijke bloemenweide of vaste plantenborder. De nectarplanten zorgen voor voedsel en dus voor energie om rond te vliegen en eitjes te leggen. Op de waardplanten leggen vlinders hun eitjes, want zij zijn de favoriete maaltijd van hun rupsen. Als er bijvoorbeeld klaversoorten zoals rolklaver in de bloemenweide staan dan is er kans dat een vrouwtje Icarusblauwtjes er haar eitjes op legt. Oranjetipjes en koolwitjes leggen eitjes op look-zonder-look of pinksterbloemen.

Uit die eitjes komen rupsen, en die rupsen eten van de blaadjes, de knoppen en de bloemen. De rupsen verpoppen, en die poppen hangen dan vaak aan stengels in de bloemenweide of vaste plantenborder of aan de struiken die errond staan. Als dan de bloemenweide uitgebloeid is, wordt deze vaak in één keer gemaaid en worden alle rupsen en poppen met het maaisel mee verwijderd. Zij overleven dit wellicht niet. Het aanleggen van een bloemenweide kan vlinders dus in een ecologische val lokken. Lees hoe je dit kan vermijden in onze artikels ‘’een tuin voor vlinders‘.

Oranjetipjes zijn prachtige dagvlindertjes die hun eitjes afleggen op Pinksterbloem. Op de foto een vrouwtje zonder oranje tipjes op de vleugels. Foto via Silvia Reiche - www.vlinderfotografie.com
Vorige Volgende