Citeren als:
An De Schrijver & Jan Mertens (2022). Waarom is biodiversiteit belangrijk? Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl.
Van alle levende massa die er op aarde aanwezig is maakt de mens 1/10.000ste uit, dus 0,01%. Zo is er meer biomassa aan kleine beestjes zoals regenwormen, insecten, bacteriën of schimmels op de aarde dan het gewicht aan mensen! Al die organismen hebben hun eigen waarde en spelen een eigen specifieke rol op aarde.
Intrinsieke en excentrieke waarde van biodiversiteit
Het beschermen van de biodiversiteit levert vaak discussies op, omdat niet alle organismen op het eerste zicht hun nut blijken te hebben voor de mens. Meer diversiteit aan soorten levert niet altijd een betere wereld op, vanuit de ogen van de mens bekeken dan. Zo zouden veel mensen liever hebben dat vliegen en muggen en slakken niet meer bestaan!
Maar al deze beestjes zijn dan weer belangrijk voor andere organismen. Muggen en vliegen zijn belangrijk voedsel voor zwaluwen en vleermuizen, slakken voor egels. Als we als mens ingrijpen op vliegen en muggen en slakken, heeft dat dus impact op andere soorten die we dan weer wel tof vinden. Respect hebben voor alle diversiteit op aarde is de beste garantie voor het goed functioneren van de aarde als ecosysteem. Dat heet dan in wetenschappelijke kringen de intrinsieke waarde van biodiversiteit. De mens is maar één van de vele organismen maar wel een met veel macht en impact. Vanuit een morele visie kan je dan ook stellen dat het beschermen van andere organismen onze plicht is, onafhankelijk van de waarde die die organismen hebben voor de mens.
De biodiversiteit levert ons als mens echter ook tal van voordelen. Dat is haar extrinsieke waarde, een waarde die makkelijker te kwantificeren is dan de intrinsieke waarde. In ons artikel ‘groen doet goed, biodivers nog beter! kan je lezen dat een hogere biodiversiteit goed is voor onze fysieke, mentale én sociale gezondheid. Maar de natuur levert de mens ook nog andere diensten en goederen die het de moeite waard maken om extra zorg te dragen voor de biodiversiteit.
Ecosysteemdiensten
Allerlei processen die zich afspelen in de natuur leveren ons als individu en als maatschappij voordelen op, maar meestal zijn deze niet echt zichtbaar of tastbaar. We weten niet wat al deze voordelen waard zijn. Waarde op zichzelf is al een ongrijpbaar begrip. We zouden kunnen stellen dat het geld dat we willen betalen voor een goed of een dienst ons iets vertelt over wat we willen opgeven aan andere goederen en diensten. Maar voor natuur is dat erg moeilijk. Alle goederen en diensten die de natuur ons oplevert zijn in principe gratis! Wil dat dan zeggen dat ze geen waarde hebben?
Het concept ‘ecosysteemdiensten’ maakt dat onzichtbare beter zichtbaar. Ecosysteemdiensten zijn kort gezegd de voordelen die natuur oplevert voor de mens. Dat kunnen materiële goederen zijn zoals hout en zuiver drinkwater, of regulerende processen zoals bestuiving door wilde bijen en het vastleggen van koolstof, of culturele diensten zoals het bieden van ontspanning en het geven van inspiratie en spiritualiteit.
Een vrij nieuwe wetenschapsdiscipline die werkt op het snijvlak van ecologie en economie probeert te kwantificeren wat de goederen en diensten die natuur ons leveren eigenlijk waard zijn. De eerste berekening werd in 1998 gepubliceerd door Roberto Constanza. Hij kwam met baanbrekende cijfers: de economische waarde van 17 ecosysteemdiensten wereldwijd werd geschat op gemiddeld 33 miljard US$ per jaar, terwijl het wereldwijd nationaal product toen ongeveer 18 miljard per jaar bedroeg.
Door de sterke verstedelijking, de intensieve landbouw en de milieuproblemen staat de levering van deze diensten in Vlaanderen erg onder druk. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek onderzocht de toestand en trend van 16 ecosysteemdiensten in Vlaanderen en publiceerde deze in een toegankelijk rapport. Er werd vastgesteld dat voor 15 van de 16 diensten de maatschappelijke vraag groter is dan het huidige aanbod. Alleen voor bestuiving blijkt een evenwicht te bestaat, wat eigenlijk best verrassend is gezien de sterke achteruitgang van o.a. de aantallen en soorten wilde bijen in Vlaanderen en het grote aandeel land- en tuinbouw dat hiervan afhankelijk is.
De 15 andere ecosysteemdiensten blijken overbevraagd te zijn. Nu al hebben bewoonde gebieden in Vlaanderen regelmatig te kampen met overstromingen omdat er niet genoeg overstromingsgebieden zijn. De overstromingen tijdens de zomerperiode van 2021 hebben dat nog maar eens duidelijk aangetoond. Lees hier meer over in dit artikel. Ook de luchtvervuiling door menselijke activiteiten is veel groter dan wat de natuur aan kan om de lucht te zuiveren. Er werd berekend dat fijn stof in Vlaanderen jaarlijks tot een verlies leidt van 79.500 gezonde kwaliteitsvolle levensjaren, en verantwoordelijk is voor 70 procent van de door milieuverontreiniging veroorzaakte ziektelast. 21 procent van de Vlamingen beschikt niet over groen op wandelafstand. In het rapport wordt ook benadrukt dat recreatie en beweging in de natuur niet enkel belangrijke voordelen hebben op het vlak van gezondheid, maar ook een economische meerwaarde doordat het o.a. bijkomende arbeidsplaatsen creëert.
Voor de helft van de ecosysteemdiensten is het aanbod de voorbije jaren nog verder gedaald. Rond grote steden en in de intensieve landbouwgebieden in West-Vlaanderen is de schaarste het grootst. Daar is weinig natuur en staat de biodiversiteit het meest onder druk.
Natuur en economie, natuur en veel mensen en natuur en landbouw hoeven echt niet elkaars tegenpolen te zijn. Integendeel! Ze kunnen elkaar versterken! De natuur omarmen en werken aan een natuurinclusieve samenleving is een belangrijke stap naar een gezondere en meer leefbare planeet, duurzamere steden en een duurzamere landbouw.
Functionele biodiversiteit
Maar wat heeft dit alles nu te maken met biodiversiteit? Uit ons artikel ‘Wat is biodiversiteit’ leerden we dat biodiversiteit de diversiteit is aan biotopen, soorten en genen betekent. Wel, hoe meer biotopen, hoe meer verschillende types ecosysteemdiensten kunnen geleverd worden. Zo zullen bossen hout leveren, zorgen voor het zuiveren van de lucht en het vastleggen van koolstof. Soortenrijke graslanden zullen hooi leveren voor dieren, nectar voor wilde bijen en vlinders en eveneens koolstof vastleggen. Moerasgebieden zullen water bergen en zo overstromingen tegengaan, en nog meer dan graslanden en bossen koolstof vastleggen en overstromingen tegengaan.
Binnen elk biotoop heeft elke soort ook zijn eigen rol te spelen. Elke soort neemt in een ecosysteem een bepaalde functie in. Dat heet dan functionele diversiteit. Sommige soorten fixeren stikstof uit de lucht en zorgen zo voor voldoende nutriënten in het ecosysteem. Andere soorten gaan dieper wortelen en zorgen zo voor hogere productiviteit in drogere periodes. Weer andere soorten leveren veel nectar en pollen die interessant zijn voor insecten. Hoe hoger de diversiteit aan soorten, hoe hoger ook de diversiteit aan functies die worden ingevuld in een ecosysteem, en hoe meer ecosysteemdiensten er geleverd worden. Het blijkt ook dat ecosystemen met veel soorten robuuster zijn. Doet de ene soort het slecht omwille van bijvoorbeeld de weersomstandigheden, dan neemt een andere soort het over.
Effect diversiteit op groei van beuk
Om het effect van diversiteit op de groei van beuk te onderzoeken werden beuken in het Meerdaal- en Zoniënwoud bestudeerd. In totaal werd de groei van 27 beukenbomen in detail bestudeerd: negen beuken groeiden enkel met beuken rondom zich (rode lijn in onderstaande figuur), negen beuken groeiden met nog één andere boomsoort samen (groene lijn), en negen met nog twee andere boomsoorten (blauwe lijn). Beuken blijken beter te groeien in gemengde bossen dan in homogene bossen. De breedte van de jaarringen was er 62% hoger wanneer beuken samengroeiden met twee andere boomsoorten, en 16% hoger wanneer beuken samengroeiden met nog 1 andere boomsoort.
Effect diversiteit op ecosysteemdiensten van graslanden
Interessant onderzoek uit Duitsland, vlakbij de stad Jena (het zogenaamde Jena-experiment), toont eveneens mooi het verband tussen soortendiversiteit en de levering van verschillende ecosysteemdiensten. Hoe hoger de diversiteit aan plantensoorten, hoe hoger de productiviteit, hoe meer bestuivers er worden aangetrokken, hoe minder plaaginsecten er zijn, hoe beter de bodemstructuur doordat er meer regenwormen zijn, hoe minder erosie, hoe rijker het microbieel leven waardoor er meer koolstof wordt vastgelegd, hoe beter de doorworteling waardoor er minder nitraat uitspoelt en hoe sneller het herstel na een verstoring zoals een overstroming of een brand.
De diversiteit aan biotopen en soorten vormen zo een soort verzekering voor het leveren van ecosysteemdiensten.
Valt er dan binnen een biotoop wel eens een soort weg door pech, dan zullen er nog altijd voldoende andere soorten zijn om dezelfde rol op te nemen. Heb je biotopen met maar 1 of enkele soort, en die hebben de pech om getroffen te worden door ziekte of door droogte of een andere calamiteit, dan is het goed functioneren van het biotoop ver zoek! Hoe groter dus de variatie aan soorten die samenwerken in een biotoop, hoe groter de kracht van zo’n biotoop om door de mens gestuurde veranderingen zoals opwarming van de aarde, stikstofdeposities, bodemverzuring en versnippering te weerstaan. De diversiteit is een soort levensverzekering voor het goed functioneren en dus ook het blijvend leveren van ecosysteemdiensten. Er zullen altijd voldoende soorten zijn die het geheel draaiende houden.