Bibliotheek

Waarom veengebieden van belang zijn voor klimaat en biodiversiteit – en je best uitkijkt met gebruik van potgrond

18 april 2022

Citeren als

An De Schrijver & Jan Mertens. Waarom veengebieden van belang zijn voor klimaat en biodiversiteit – en je best uitkijkt met gebruik van potgrond. Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl.

Potgrond bestaat hoofdzakelijk uit turf. En turf komt uit veengebieden. En dat is een probleem. Want veengebieden zijn van groot maatschappelijk belang. We leggen in dit artikel uit waarom dat zo is.

Veengebieden behoren tot de aantrekkelijkste en meest biodiverse landschappen ter wereld. Foto Herbert Haust via Pixabay

Veengebieden zijn maatschappelijk van groot belang omwille van drie redenen:

1. Veengebieden zijn grote koolstofreservoirs

Ongeveer één derde van alle koolstof die in de bodem ligt opgeslagen zit in veengebieden, één derde in bosbodems en één derde in andere ecosystemen zoals o.a. de bodems van graslanden. Venen nemen slechts 3% van de aardoppervlakte in en daarin ligt dus één derde van alle bodemkoolstof vast. Door het intensieve menselijk gebruik van de resterende veengebieden dreigt er in de toekomst echter meer koolstof vrij te komen dan wordt opgeslagen in veengebieden.

Veengebieden hebben gedurende tienduizend jaar lang koolstof afkomstig van plantaardig materiaal vastgelegd in de vorm van veen. Door deze gebieden nu te ontginnen, komt dit koolstof terug vrij als CO2, maar op slechts een fractie van de termijn die nodig was om deze vast te leggen. Dit heeft gevolgen voor de CO2-concentraties in de atmosfeer en dus voor het toekomstig klimaat op aarde. Wanneer dit turf gebruikt wordt als brandstof wordt het resterende organische materiaal heel snel omgezet in CO2.  Wanneer het turf verwerkt wordt in potgrond komt er eveneens CO2 vrij, maar dit gaat wel trager dan bij het verbranden ervan. Een zak met 40 liter potgrond eindigt theoretisch na verloop van tijd als tien kilogram CO₂ in de atmosfeer, wat overeenkomt met de uitstoot van een rit van 75 km met een gemiddelde wagen. Volgens wetenschappers komt er door de Nederlandse potgrondindustrie jaarlijks 800.000 ton CO2 in de atmosfeer, voor België spreken we over een uitstoot van 150.000 ton CO2 door verwerking van ongeveer 500.000 m³ veen per jaar.

Ook het droogleggen van veengebieden in functie van landbouw door het graven van afwateringssloten en door het wegpompen van water zorgt voor meer zuurstofrijke omstandigheden en voor versnelde afbraak door micro-organismen en zo vrijstelling van CO2. Vanaf dat turf uitdroogt en niet meer in anaerobe maar in aerobe (zuurstofrijke) omstandigheden wordt bewaard, beginnen micro-organismen (bacteriën en schimmels) de organische stof af te breken. Bij deze afbraak komt CO2 vrij. 5 % van de wereldwijde CO2-toename zou veroorzaakt worden door het droogleggen van veengebieden.

Wanneer veengebieden gedraineerd worden in functie van landbouw gaat koolstof dat gedurende vele duizenden jaren werd opgeslagen verloren en komt dit als CO2 in de atmosfeer. Om de koolstofbuffer van veengebieden te vrijwaren moeten deze gebieden nat blijven. Bron: Aggenbach et al. 2013

Dit is in tropische gebieden erg problematisch. Daar worden grootschalige veengebieden drooggelegd voor het aanplanten van bv oliepalmplantages. Maar ook de Europese veengebieden, die zich voornamelijk in de noordelijke helft bevinden (van Ierland tot de Baltische staten, Scandinavië en Rusland) blijken de afgelopen driehonderd jaar substantieel en wijdverbreid ontgonnen en verdroogd te zijn.

Ook in Vlaanderen en in Nederland worden natte veengebieden nog altijd sterk ontwaterd in functie van landbouw. Het droogtrekken van veen heeft naast het vrijkomen van CO2 nog een ander gevolg. Door het wegtrekken van water uit een veengebied verdroogt het, waardoor het gaat inklinken (= inkrimpen en in volume minderen) en de bodem steeds lager komt te liggen. Dit maakt dat deze gebieden terug natter worden, en nog meer moeten bemaald worden. Maar zolang er water wordt weggepompt blijft het veen verder inklinken en blijft bemaling nodig.

In Nederland zijn er grote gebieden die door dit inklinkende veen zo diep gezakt zijn dat het steeds moeilijker (en ook steeds duurder) wordt om ze te blijven onderhouden door de grote kost voor het wegpompen van water (vroeger met windmolens, nu met pompgemalen). Deze bodems zakken zo’n 0,5 centimeter per jaar. Daardoor wordt het land nog kwetsbaarder voor de gevolgen van de zeespiegelstijging. In Europa zijn er voorbeelden bekend, onder ander in Duitsland in het Verenigd Koninkrijk, van ontwaterde veengebieden die 4 tot 5 meter wegzakten over een periode van 100 à 150 jaar.

2. Veengebieden zijn sponsen

Veengebieden houden veel water vast in tijden van hevige neerslag. Daarom vormen ze zeer goede waterbuffers en zijn ze in de toekomst hard nodig voor klimaatadaptatie (= de gevolgen van klimaatverandering proberen tegengaan, vb. door inzet van de natuur).  Door klimaatverandering verstoort het klimaat, en zullen extreme weersomstandigheden zoals hevige neerslagpieken steeds frequenter voorkomen. Er is nood aan gebieden die een sponswerking hebben en enorme regenval kunnen opvangen op momenten van piekneerslag, maar ook het water vertraagd kunnen vrijgeven in perioden van droogte.  Robuuste natuurgebieden zoals veengebieden kunnen dan ook een bijdrage aan leveren aan een klimaatadaptief Vlaanderen, maar ook op wereldschaal liggen nog grote kansen.

3. Veengebieden zijn hotspots voor biodiversiteit

Veengebieden zijn landschappelijk unieke en aantrekkelijke natuurgebieden en hebben een zeer hoge biodiversiteit doordat ze een heel pallet  typische soorten planten, insecten en vogels herbergen.

Minder dan 5% van het oorspronkelijke veengebied is momenteel nog vrij intact in Vlaanderen. Deze restanten liggen allemaal in beschermd natuurgebied, en zijn van nature extreem voedselarm. Dat maakt hen zeer kwetsbaar wanneer ze omgeven worden door landbouwgrond, vanwaar nutriënten via directe bemesting of via grondwaterstromingen het gebied kunnen inwaaien of infiltreren en dat lager gelegen ligt door inklinking en zo ook zorgt voor verdroging van de natuurgebieden.

De essentie van een goed functionerend veengebied is dat het permanent nat blijft, en dat de voedingsstoffen er zeer traag vrijkomen in zeer lage concentraties.  De plantensoorten die er voorkomen zijn dan ook aangepast aan deze extreem natte en voedselarme omstandigheden. Het zijn ecosystemen die zich gedurende duizenden jaren tijd ontwikkelden en drieduizend soorten insecten en achthonderd  soorten planten kunnen herbergen. Door de sterke afname in oppervlakte, door verdroging en door vermesting (toename van nutriënten) zijn veel van de typische soorten momenteel zeer zeldzaam of reeds uitgestorven.

Wat te doen?

In Vlaanderen werkt de Vlaamse Regering momenteel aan haar Blue Deal, waar werk gemaakt wordt van bescherming van natte gebieden, waaronder veengebieden. Ook binnen het Europese Natura 2000 netwerk wordt werk gemaakt van herstel en bescherming van natte veengebieden op Europese schaal. Maar toch zal een stevige tand moeten bijgestoken worden door het beschermen van bestaande en goed functionerende veengebieden. Ook in Europa wordt nog grootschalig veen ontgonnen voor gebruik als potgrond. Wereldwijd verdwijnen nog te veel gebieden in functie van palmolieplantages en ontginning voor turf.

De hoeveelheden koolstof die er liggen opgeslagen zijn van grote waarde, en moeten worden meegenomen in klimaatonderhandelingen. Ontginning van deze restanten heeft immers een grote invloed op het klimaat. Het heeft geen zin om waardevolle koolstofreservoirs als veengebieden te blijven vernietigen en vervolgens veel geld te investeren in het ontwikkelen van andere gebieden om koolstof op te slaan, bijvoorbeeld door grootschalige bebossing.

Pleiten voor meer bos is uiteraard een goede zaak. Maar ook hier moet een kanttekening bij gemaakt worden: jonge bossen in volle groei nemen netto veel CO2 op, dat wordt vastgelegd in zowel de bodem (ondergronds) als in de bovengrondse stammen. Eens een bos volwassen is remt die opname echter af en wordt een bos eerder koolstofneutraal: hun groei vertraagt, ze nemen minder CO2 op, en geven CO2 af wanneer oude bomen afsterven. Hoogveengebieden, daarentegen, blijven continu dunne veenlaagjes aanmaken, en dus continu CO2 uit de atmosfeer absorberen en vastleggen.

Om verdere klimaatopwarming af te remmen is het belangrijk dat de koolstof die momenteel in de bodem opgeslagen zit, daar zo veel mogelijk blijft zitten. Het is logischer en duurzamer na te denken over duurzame alternatieven voor turf en palmolie binnen de sierteelt, de land- en tuinbouw en de voedingssector.  Het Verenigd Koninkrijk speelt een voortrekkersrol in de bescherming van veengebieden: de regering kondigde op 18 mei 2021 aan de verkoop van potgrond met turf aan hobbytuiniers te verbieden tegen 2024, en in eigen land 35.000 ha verdwenen veengronden te herstellen. Het is dan uiteraard van belang om goede alternatieven te voorzien voor potgrond. We bespreken dat in een apart artikel.

Vorige Volgende