Citeren als
An De Schrijver & Jan Mertens (2022). Eén graadje erbij, wat maakt het uit? Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverzorggroen.nl.
Eind november 2018 bevestigde de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) in haar jaarlijks rapport ‘Toestand van het klimaat’ dat de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak tussen 2014 en 2018 1,04°C boven het pré-industriële niveau lag. Menselijke activiteiten hebben wereldwijd een gemiddelde 1°C opwarming boven de natuurlijke temperatuur van de planeet veroorzaakt. In dit artikel leggen we uit wat de gevolgen daarvan zijn.
Een gemiddelde stijging van 1°C betekent niet dat de temperatuur overal op de aarde precies 1°C zal stijgen. Aan land is de opwarming gemiddeld al veel hoger dan gemiddeld voor gans de aarde, omdat de oceanen veel warmte absorberen. In België is het gemiddeld al ruim 2.5°C warmer. Ook in andere regio’s in Europa, bijvoorbeeld aan de Noordpool en in Nederland, Duitsland en Frankrijk ligt de regionale opwarming hoger dan het gemiddelde. Vooral op het noordelijk halfrond zal de gemiddelde stijging hoog zijn.
Wat zijn de nu reeds merkbare gevolgen van de stijging van 1°C?
Noordpoolijs (= ijs op de oceaan) smelt
In het hele noordpoolgebied zijn inmiddels al tekenen van een steeds snellere opwarming zichtbaar. De temperatuur stijgt er twee tot drie keer sneller dan het wereldgemiddelde. Per jaar gaat er daardoor gemiddeld 82.300 km² zee-ijs verloren, een gebied twee keer zo groot als Nederland.
Daardoor vergroot het albedo-effect
Daardoor verandert de oppervlakte sneeuw en ijs in open donker water, verandert de albedo (= de hoeveelheid zonneschijn door donkere oppervlakten wordt geabsorbeerd in plaats van helder teruggekaatst) en vermindert dus de reflectie van zonnewarmte. Als gevolg hiervan wordt nu vijf keer meer zonnewarmte geabsorbeerd dan in de jaren 80 van de vorige eeuw. Ijs en sneeuw reflecteren meer dan 80% van de invallende zonnewarmte – donker open water absorbeert tot 95%.
Wat een zelfversterkend effect heeft
Dit betekent dat de watertemperatuur nog verder oploopt, waardoor terugkeer van ijs in de winterperiode nog moeilijker wordt (= een zelfversterkend effect).
Op Antarctica smelt ijs op het land
Ook op Antarctica blijkt dat het ijsverlies op het hele continent de afgelopen 40 jaar is verzesvoudigd, van circa 40 miljard ton tot 252 miljard ton per jaar. Omdat het hier gaat over ijs en sneeuw op land, draagt het smelten van Antarctisch ijs bij tot de wereldwijde stijging van de zeespiegel.
Gletsjers smelten en de sneeuwbedekking in bergen neemt af
Bergketens overal ter wereld verliezen in hoog tempo gletsjermassa en de sneeuwbedekking neemt er af. Dit afsmelten zorgt eveneens voor een stijgende zeespiegel, maar zorgt er ook voor dat de lokale bevolking tijdens het groeiseizoen minder smeltwater heeft om te gebruiken als zoetwaterbron voor o.a. irrigatie in de landbouw.
Kortstondige wolkbreuken én langdurige periodes van regen zijn beide erger geworden.
Warmere lucht kan immers meer water opnemen, en naarmate de klimaatverandering in hevigheid toeneemt zal de warmere atmosfeer bijgevolg potentieel meer waterdamp bevatten om te condenseren tot wolken, waaruit dan regen, hagel of sneeuw valt.
De zeespiegel stijgt steeds sneller
Van 1.4 mm/jaar voor 1990 tot 3.6mm/jaar in 2018. Dit heeft grote gevolgen voor laaggelegen gebieden uit de hele wereld. Wereldwijd wonen er in laaggelegen gebieden 700 miljoen mensen, waarvan 200 miljoen inmiddels binnen het bereik van deze zeespiegelstijging. Zo zijn een deel van de Salomonseilanden in het westelijk deel van de Stille Oceaan de afgelopen decennia volledig weggespoeld
Bosbranden lijken toe te nemen
Overal lijken bosbranden toe te nemen, in zowel frequentie als vernietigingskracht. Volgens onderzoekers duurt het gemiddelde brandseizoen wereldwijd nu bijna 20% langer, terwijl de helft van het begroeide oppervlak van de hele aarde de afgelopen decades gevoeliger geworden is voor brand.
Stijgende temperaturen verhogen de kans op hittegolven
Daardoor zijn er meer sterfgevallen. Zo werden in het jaar 2017 157 miljoen meer mensen door hittegolven getroffen dan in 2000. Stijgende temperaturen verhogen ook het risico op droogte, wat leidt tot voedseltekorten en meer klimaatvluchtelingen.
De Sahara breidt uit
De Sahara breidt zich zowel naar het noorden als naar het zuiden uit (ze is de voorbije 100 jaar met 10% uitgebreid), en bedreigt bijvoorbeeld het bestaan van tientallen miljoenen mensen die in de verdrogende gebieden van West- en Noord-Afrika leven (zie ook Figuur 4). Met elke droogteperiode stijgt de voedselonzekerheid. Ook in Zuid-Europa neemt het aantal droge jaren toe.
Meer klimaatvluchtelingen
In landen met etnische fracties die op gespannen voet met elkaar staan, vallen uitbarstingen van geweld in een kwart van de gevallen samen met klimatologische rampen. Het valt te verwachten dat het aantal klimaatvluchtelingen de komende decennia nog sterk zal toenemen. Deze vluchtelingen stoten op hun vlucht vaak op gesloten grenzen van rijkere landen die in het verleden het meest hebben bijgedragen aan de klimaatopwarming. Het illustreert nog maar eens de morele uitdaging waarvoor klimaatverandering ons stelt.
Negatief effect op biodiversiteit
Niet enkel de mens lijdt onder de gevolgen van klimaatverandering. De opwarming speelt een belangrijke rol in de achteruitgang van de biodiversiteit, en zelfs in het uitsterven van soorten, omdat planten en dieren als gevolg van verschuivingen in klimaatzones hun leefgebied verliezen. Lees hier meer over in het topic klimaatverandering en biodiversiteit .