Citeren als:
An De Schrijver & Jan Mertens (2022). De ingenieuze broedcellen van wilde bijen. Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl.
Drie vierde van al de wilde bijen maken hun nest onder de grond. Andere bijen nestelen bovengronds, zoals spleten in gebouwen of in insectenhotels. Hommels maken liefst hun nest in oude muizennesten, maar soms ook in bomen, onder stenen, of zelfs in vogelnesten of mollengangen.
Ondergronds nestende bijen
Ondergronds nestende solitaire bijen zoeken naar plaatsen waar de bodem droog is, en door de zon wordt beschenen. Zo warmt de bodem sneller op, en ontwikkelen de larven zich sneller.
Ze graven een korte of lange tunnel (meestal tussen 6 en 30 cm, maar soms ook wel tot 110 cm!) naar beneden, die dan eindigt in verschillende kleine kamertjes, de zogenaamde broedkamers. Zo’n broedkamer is 0.8 tot 1.5 cm breed, en wordt afgesloten met een prop van aarde. Meestal liggen de broedkamertjes niet dieper dan 30 cm onder het bodemoppervlak. De kamertjes worden waterdicht gemaakt met een wasachtige of olie-achtige substantie en worden zo beschermd tegen insijpelend regenwater. Echt ingenieus!
In zo’n broedkamer wordt een eitje gelegd met voedsel erbij. Dat voedsel is stuifmeel dat ze verzamelen uit bloeiende planten. Ze maken hier een bolletje van dat bij het eitje wordt gelegd. Als de larve uitkomt heeft ze een dan ook meestal een stevige voorraad voedsel klaarliggen, tenzij moederbij te weinig stuifmeel vindt in de omgeving. De larve moet zich zien te redden zonder verdere hulp van moederbij.
Bovengronds nestende bijen
Slechts ongeveer een vierde van alle soorten nestelt dus bovengronds. Dat doen ze in holle plantenstengels, hout en muurspleten, of in de zogenaamde insectenhotels. De nestkamertjes worden dan meestal lijnvormig achter elkaar gebouwd, waarbij de mannetjes dichter bij de ingang liggen omdat ze kleiner zijn en daardoor ook sneller volgroeid. Mannetjes ontstaan trouwens uit eitjes die niet bevrucht werden door de moederbij, vrouwtjes uit bevruchte eitjes. De afscheidingen tussen de kamers worden, afhankelijk van de soort, gemaakt uit stukjes blad, modder, haren of hars. Om mogelijke parasieten te misleiden wordt het eerste kamertje meestal leeg gelaten! De ingang wordt dan vakkundig dichtgemetseld met dezelfde materialen, vaak ook met steentjes.
Hommels
Een hommelnest, in een oud muizennest bijvoorbeeld, ziet er een beetje rommelig uit. In zo’n nest maakt de koningin kommetjes van was. In sommige verzamelt ze nectar, in andere stuifmeel en legt ze haar eitjes. De was voor de kommetjes maakt ze zelf aan met klieren aan haar lichaam. De eitjes worden uitgebroed, net zoals een vogel dat doet! Ze maakt een ondiepe sleuf in de stuifmeelbal waar haar lichaam precies op past en broedt de eitjes uit door warmte te produceren door te rillen. Daardoor warmen de eitjes op tot 30° C, zelfs als het buiten vriest. Uit de eerste 16 eitjes komt werksters, vrouwelijke hyperactieve hommeltjes die het nest bevoorraden met stuifmeel en nectar en helpen met het grootbrengen van de volgende generaties larven. De koningin blijft vanaf dan continu in het nest. Haar enige taak is het leggen van eitjes zodat de kolonie kan uitgroeien tot 100 à 300 hommels. Het uitbroeden van eitjes kost veel energie en er is dus veel nectar nodig als energiebron. Het is dus nodig dat er veel nectarrijke bloemen vlak bij het nest zijn.
Als er voldoende werksters zijn begint de koningin eitjes te leggen waaruit mannetjes en nieuwe koninginnen komen. Eens de mannetjes uitkomen gaan ze op zoek naar nieuwe koninginnen om te bevruchten. Daarna sterven ze. De nieuw geboren koninginnen gaan op zoek naar een nieuwe plek om te overwinteren. Maar eerst, vooraleer ze aan hun winterslaap beginnen, zullen ze ook paren met een mannetje. Overwinteren doen de koninginnen onder een hoop bladeren, in rulle aarde in de tuin zoals in een molshoop, of in de composthoop.
Broedkamers van bovengronds levende wilde bijen en het nest van de hommel
Klik op de afbeelding voor meer informatie.