Citeren als:
Herlinde Dael, Catherine De Vos & Steff Briers (2022). Muziek maken met planten. Website Biodivers Zorggroen HOGENT, www.biodiverszorggroen.be en www.biodiverszorggroen.nl
Veel mensen weten dat als je een groot grassprietje tussen je duimen klemt, je daarop kan fluiten. Nu zijn er nog heel wat andere planten waarmee je, mits wat inspanningen, muziek kunt maken! Inspiratie voor deze activiteiten komt uit het boekje “366 tips voor de biodiversiteit”.
Bij deze activiteiten komen verschillende aspecten aan bod. Het is een uitdaging om cognitief alle stappen te volgen en het geduld op te brengen om tot een goed eindresultaat te komen. Het wakkert de creativiteit aan en is vooral in groep een dankbare activiteit. Je kan samen het muziekinstrument maken, elkaar helpen, maar er daarna ook samen op spelen of muziek op maken. Het prikkelt verschillende zintuigen: kijken, voelen, luisteren, ruiken!
Voor beide onderstaande activiteiten moet je er op uit, de natuur in, om je materiaal te verzamelen.
Rainstick van Japanse duizendknoop
Met Japanse duizendknoop, een invasieve exoot, kan je een rainstick maken.
Stappenplan
- Na de eerste vorst zijn de stengels droog en hard. Je kan dan rechte stengels van de plant snijden.
- Verwijder de tussenschotten die je vindt binnen elke knoop met bijvoorbeeld een lange vijl. Verwijder alleen de laatste niet.
- Sla kleine spijkers in een spiraal die rond de hele stengel windt. Laat n cm tussen elk spijkertje en 2 tot 5 cm tussen elke omwenteling.
- Giet een handvol quinoa, radijszaadjes, … in de stengel.
- Sluit de stengel af met een op maat gesneden kurk of kleef een uitgesneden stukje karton op het uiteinde vast, zodat de stengel gesloten blijft aan één kant door de kurk of het karton. De andere kant is nog afgesloten door het niet weggehaalde tussenschot.
Een fluitje van vlier
Een vlierfluit is iets voor gevorderden. Je moet wel wat geduld hebben en oefenen. Wanneer je een goede vliertak gevonden hebt, laat je hem – na het merg eruit gehaald te hebben- best nog enkele weken drogen vooraleer je effectief aan de slag kan met het maken van de vlierfluit.
Stappenplan
- Kies een goede tak. Een dikke lange tak geeft een lage toon, een korte en lange tak een hoge toon. De beste takken zijn deze met een dikte van 15 tot 18 mm en een merggat van ongeveer 10 mm.
- Haal direct na het afsnijden het merg eruit met een priem of een stokje. Na enkele uren hecht het merg zich aan de binnenkant van de tak. Leg de tak dan enkele dagen in de diepvries, waardoor het merg dan weer los komt te zitten.
- Droog de tak enkele weken. De eerste week buiten, de tweede week binnen en de derde week op de verwarming.
- De dikke kant van de tak wordt de blaasopening. Maak de binnenkant van de fluit glad en schoon met bijvoorbeeld een ragertje. Hoe gladder de wand is, hoe mooier de tonen!
- Geef met een potlood aan waar het blaasgat komt te zitten, op ongeveer 20 mm van de rand.
- Snij een vlak en smal blaasgat uit met een stanleymes. De lengte moet ongeveer tweemaal de dikte van de wand zijn. Snij niet te diep!
- De wanden van het blaasgat worden bijgevijld met een vijltje.
- Nu boor je de gaatjes om verschillende tonen te krijgen. Hierbij verwijzen we naar het schema dat je kan terugvinden via onderstaande link ‘hoe maak je een vlierefluit?’.